Isolatie en afstand houden in tijden van pest

Na een geslaagde Domus Dag met een prachtige presentatie van emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde Herman Pleij over de epidemieën van de pest, kunt u meer lezen over deze ziekte en de vergelijking met de huidige pandemie in een mooi artikel van NVMG-lid Thomas van Gulik over deze infectieziekte, dat hij schreef voor het NTvG.

Isolatie en afstand houden in tijden van pest

Samenvatting: Van de 15e tot de tweede helft van de 17e eeuw hebben pestepidemieën grote delen van de stadsbevolking is ons land weggevaagd. De pestbacterie (Yersinia pestis) werd via besmette ratten en vlooien overgedragen op de mens en werd vanuit China overgebracht naar Europa via de handelsroutes over land en zee. Samenkomsten werden verboden, pestlijders werden thuis of in pesthuizen geïsoleerd en voor schepen werd een quarantaine ingesteld. In de dichtbevolkte armenwijken van de steden waren isolatie en afstand houden echter niet haalbaar, waardoor de ziekte zich daar gemakkelijk kon verspreiden. De lessen die we van de pestepidemieën hebben geleerd zijn van alle tijden. Isolatie, afstand houden en quarantaine waren de belangrijkste principes en gelden nu weer bij de aanpak van de covid-19-pandemie. Hoe effectief deze maatregelen zijn, hangt af van de maatschappelijke context waarin deze worden toegepast.
Van de 15e tot in de 17e eeuw was de pest de meest gevreesde, besmettelijke ziekte die zware epidemieën veroorzaakte en grote delen van de Nederlandse bevolking wegvaagde. Destijds waren isolatie, afstand houden en quarantaine de belangrijkste principes, en deze gelden nu weer bij de aanpak van de covid-19-pandemie. Wat kunnen we leren van de pestepidemieën?
Johannes Lingelbach schilderde in 1656, het jaar dat de pest in alle hevigheid in Amsterdam rondwaarde, de Dam, met links het in aanbouw zijnde nieuwe stadhuis (het huidige Paleis op de Dam).


Het is er een drukte van belang – niet bepaald het beeld van een stad die getroffen is door een zware epidemie, en zeker niet van dezelfde, ‘lege’ Dam tijdens de covid-19-pandemie in mei 2020. Iedereen had toen gehoor gegeven aan de oproep om zoveel mogelijk binnen te blijven en 1,5 m afstand te bewaren. Toch wijzen twee bijzonderheden op het schilderij erop dat de stad getroffen was door de pest: boven de deur van het stedelijk loket bij het stadhuis staat in krijt het getal ‘896’ geschreven, verwijzend naar het aantal Amsterdammers dat op die dag in de stad aan de pest was bezweken (afbeelding b). Daarnaast zien we rechts op het schilderij een man in lichtgekleurde kleding die een witte stok in zijn hand houdt, een ‘witteroedrager’ (afbeelding c). Was je een pestzieke, of woonde je in een huis waar iemand aan de pest was overleden, dan moest je buiten 6 weken lang duidelijk herkenbaar met een witte stok lopen, zodat iedereen voldoende afstand tot je kon houden. Toch ging, getuige Lingelbachs voorstelling, het economisch verkeer voor een groot deel door. De gevolgen van de pest waren in de volksbuurten van Amsterdam echter veel ernstiger. 1656 was het vierde achtereenvolgende jaar dat de stad door de pest werd geteisterd en in het laatste jaar overleden circa 16.700 Amsterdammers, ongeveer 12,5% van de toenmalige stadsbevolking. U kunt het hele artikel, inclusief meerdere afbeeldingen en noten, lezen op de website van het NTvG: https://www.ntvg.nl/artikelen/isolatie-en-afstand-houden-tijden-van-pest/volledig