
A constant state of emergency
Recent verscheen A Constant State of Emergency. Paul de Kruif, Microbe Hunter and Health Activist van NVMG-lid Jan Peter Verhave, PhD ex-Radboud Medisch Centrum, malaria deskundige en medisch historicus.
Over het boek: Een biografie van een Amerikaan, geschreven door een Nederlander. Dat vraagt om uitleg. De Nederlandse grootouders van Paul de Kruif (1890-1971) waren omstreeks 1850 naar Amerika geëmigreerd. Hij was trots op zijn “Dutch roots”, maar één onderdeel daarvan, zijn opvoeding in Calvinistisch protestantse sfeer, heeft hij verafschuwd. Er waren drie redenen voor mijn interesse: a) ik ben actief protestant; b) Paul deed laboratoriumonderzoek en promoveerde in de bacteriologie. Ik heb vergelijkbaar wetenschappelijk onderzoek gedaan; c) Paul beëindigde zijn research en begon te schrijven voor het grote publiek. Het ging in ‘t begin over de grote ontdekkers van ziekteverwekkers. Geschiedenis dus, over Leeuwenhoek, Pasteur, Koch en andere onderzoekers in Europa en Amerika, die hij als het ware tot leven wekte. Zijn best-selling boek Microbe Hunters (1926) verscheen o.a. in het Nederlands (Bacteriën Jagers beleefde hier vijf drukken). Ik las het als student biologie, geboeid door het ene levend wezen dat een ander als ecosysteem heeft en ziek maakt. Deze drie, hoop, hypothese en historie hielden mij de afgelopen twintig jaar bij Paul de Kruif.
Tijdens een studieverlof in Holland Michigan ontdekte ik dat er geen biografie over deze actieve wetenschapsjournalist bestond, die in Holland woonde. Ik heb die niche bezet, maar dat bracht studie met zich mee over de Amerikaanse gezondheidszorg voor en na de Tweede Wereldoorlog.
Na zijn wetenschappelijke carrière begon De Kruif medische zaken te populariseren. Hij schreef over de voortdurende noodtoestand van de Amerikaanse gezondheidszorg en kwam op voor de minder bedeelden met zijn scherpe pen. Hij schreef ongeveer driehonderd artikelen over dokters en wetenschap, oorzaken en genezing van ziekten, ziekteverzekering, nieuwe medicijnen, vitaminen en hormonen, o.a. in (Het Beste van) Reader’s Digest, en twaalf boeken. Hij organiseerde rally’s tegen volksgezondheidsproblemen (TB in Detroit en syphilis in Chicago). Dat leverde hem vrienden, maar ook vijanden, vooral in de behoudende medische hiërarchie. President Roosevelt waardeerde hem en benoemde hem in de werkgroep polio-studies; Paul was goede vrienden met Vicepresident Henry Wallace en Surgeon General Thomas Parran en werkte samen met industriëlen als George Kettering (G.M. Motors) en Henry Kaiser (van de Permanente health insurance). Paul had bovendien goede contacten met enkele van de belangrijkste literaire auteurs: Sinclair Lewis (die hij hielp met het schrijven van Arrowsmith), Henry L. Mencken (vriend voor het leven), Ezra Pound, Ernest Hemingway en John Steinbeck.
Net als de volksgezondheid was ook De Kruif zelf “in a constant state of emergency”, als maar go-go-go, van politiek links tijdens de Grote Depressie, naar bijna communistisch, en via de politieke middenmoot tijdens de oorlog, uiteindelijk naar de behoudende kant. Na een leven lang atheïst te zijn geweest, te hebben geloofd in medische wetenschap als de brenger van gezondheid en geluk, keerde hij terug naar het geloof in een Bestuurder boven hem. Dat had hij, als stevige drinker, te danken aan mensen in de nieuwe beweging van Anonieme Alcoholisten.
De Kruif is van belang geweest voor de volksgezondheid in Amerika. Tot in deze tijd met de Presidenten Obama en Trump zijn de contrasten van toen herkenbaar en het gaat steeds weer over de mate waarin de Amerikaanse overheid zich met de gezondheidszorg moet bemoeien. Dat maakt het werk van Paul de Kruif actueel.