
75 jaar geleden ‘Mich schmerzt das rechte Ohr…’
‘Oor rechts: grote niervormige ruptuur vooronder en achter. Sterk bloedend. Waarneming van fluisteren alleen indien vlak bij het oor. Gecombineerde doofheid van midden- en binnenoor. Links: drie millimeter lange scheur achteronder. Fluisteren op vier meter waargenomen. Lichte gecombineerde doofheid.’ Dit is wat Erwin Giesing, HNO-Arzt op 22 juli 1944 noteert van zijn oor- en gehooronderzoek bij Adolf Hitler, die twee dagen tevoren slachtoffer is geworden van een bomaanslag.
Op donderdag 20 juli 1944 vindt er een aanslag plaats op Adolf Hitler. De Führer overleeft de bomexplosie wonderwel en raakt slechts licht gewond. Enkele brandwonden, schaafwonden, z’n kleding is gescheurd en hij heeft beiderzijds een oortrauma. Na twee dagen krijgt hij toenemende oorpijn, hij hoort slecht en er komt bloed uit z’n oor. Hitler slaapt slecht en ontbiedt een oorspecialist, het is Dr. med. Erwin Giesing, HNO-Arzt.
Een acute oproep
Erwin Giesing is als KNO-arts juli 1944 werkzaam in het Lazarett Rastenburg-Karlshof in Pruisen -het tegenwoordige Kętrzyn in Polen- met daar als hoofd prof. Karl Brandt. Op zaterdag 22 juli krijgt hij thuis rond 9:00 uur een telefonische oproep van SS-Gruppenführer (luitenant- generaal) Brandt, om naar het Lazarett Rastenburg te komen aangezien er verschillende militairen met oorverwondingen zijn aangekomen. Na onderzoek en behandeling van een 11-tal officieren staat hij omstreeks 12:30 u op het punt in de auto te stappen wanneer hij door prof. Brandt vanuit een opengeklapt raam wordt teruggeroepen. Er is zojuist een telefoontje gekomen dat de Führer oorpijn heeft en Giesing moet samen met Brandt zo snel mogelijk naar het FHQ, Führer Haupt Quartiere: de Wolfsschanze, 6 km ten oosten van Rastenburg. Giesing is op dat moment de meest nabije KNO-arts.
Stringente veiligheidsmaatregelen
Giesing en prof. Brandt haasten zich daarop naar de Führerbunker waar Adolf Hitler zich bevindt. Als ze het terrein naderen worden ze driemaal gedwongen te stoppen bij controleposten met neergelaten slagbomen, die elk hun papieren nauwgezet controleren en daarbij steeds telefonisch overleggen met de volgende post. Bij de laatste controlepost moeten Giesing en prof. Brandt uitstappen en gaan ze te voet verder naar de Führerbunker. Eenmaal binnen in de bunker worden ze naar een werkkamer gebracht. Giesing moet zijn aktetas legen. Alles wordt onderzocht. De ingepakte instrumenten, voorhoofdsspiegel en bijbehorende onderzoekslamp worden uitgepakt en bekeken, de gloeilamp wordt er zelfs uitgedraaid en wordt nauwkeurig geïnspecteerd. Daarna pakt de wachtofficier zelf de instrumenten weer in en geeft ze terug aan Giesing. Nu moet Giesing zijn pet en dolk inleveren, zijn pistool heeft hij niet bij zich. Hij moet zijn jasje open maken, zijn zakken legen, de inhoud op tafel leggen en de voeringen van zijn jasje en broek naar buiten trekken. Vervolgens wordt hij uitvoerig gefouilleerd waarbij ook de voering van zijn uniform minutieus wordt afgetast. Z’n sleutel en zakdoek krijgt hij terug. Vulpen, potlood en zakmes worden op een tafeltje gelegd. Twee flesjes met pantocaïne en een steriele fysiologische zoutoplossing worden apart gehouden. Prof. Brandt probeert de veiligheidsofficieren er nog van te overtuigen dat het hier een normaal lokaal anestheticum betreft en nodig is voor het onderzoek dat misschien pijnlijk zal zijn, maar Giesing krijgt z’n flesjes niet terug; ze worden achtergehouden door SS-Hauptsturmführer (kapitein) Heinz Linge, totdat Giesing ze nodig heeft. Giesing wordt naar de eetkamer gebracht. Hier zal het onderzoek plaatsvinden. In een hoek staan een stoel voor Hitler en een krukje voor Giesing. Linge helpt met het uitstallen van het instrumentarium op een rond tafeltje. Na ongeveer 5 minuten komt Hitler binnen….
Hitler vertelt dat hij pijn in z’n rechteroor heeft en dat er die nacht bloed uit is gekomen. Hij heeft van Dr. Morell -Hitlers persoonlijke lijfarts- een tablet Phanodorm (cyclobarbital) gekregen en om zeven uur ’s morgens heeft hij er nog maar een genomen, maar desondanks heeft hij slecht geslapen. Tijdens de anamnese valt het Giesing op dat Hitler erg hard spreekt, bij luisteren zijn linkeroor naar de spreker toe draait en naar de lippen van de spreker kijkt. Giesing weet, dat bij een explosietrauma er ook een beschadiging van het binnenoor kan zijn, hetgeen het luide spreken van Hitler verklaart. Hitler vervolgt: ‘…ich höre rechts fast gar nichts, links aber auch nicht viel und habe dauernd ein hohes Summgeräusch in beiden Ohren… Doktor, kann das vom Ohr herkommen mit dem Schwindelgefühl? …alle Leute aus meiner Umgebung sagen, dass ich seit vorgestern so schreie.’ (!)
Het KNO-onderzoek
Nadat hij Linge heeft geïnstrueerd hoe de onderzoekslamp vast te houden, inspecteert Giesing de trommelvliezen…..
Verder lezen?
Lees hier het volledige artikel, inclusief afbeeldingen: Over het oortrauma van Adolf Hitler na de bomaanslag van 1944 (2019)
Roelf M. Backus, KNO-arts n.p.