
Militaire Geneeskunde
Op 27 september 2019 zal in Rijksmuseum Boerhaave te Leiden het symposium Pro Patria et Patienti. De Nederlandse militaire geneeskunde 1795-1950 plaatsvinden. In zijn boek Pro Patria et Patienti beschrijft medisch historicus Leo van Bergen de ontwikkeling van de Nederlandse militaire geneeskunde gedurende anderhalve eeuw. De lancering van dit boek wordt gevierd met een symposium. Tijdens het symposium zullen sprekers vanuit verschillende invalshoeken een blik werpen op de medische zorg tijdens oorlog en het belang van onderzoek naar de geschiedenis hiervan.
In oorlogsreportages lijkt de medische zorg vaak een haven van vrede in een oceaan van geweld, met onbaatzuchtige artsen en verpleegkundigen die maar één ding willen: het beste voor hun patiënten. Het hospitaal staat zogezegd buiten de oorlog. Maar dat beeld is onjuist. Medische zorg is een integraal onderdeel van de oorlogvoering. Het symposium over militaire geneeskunde vindt plaats in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Programma
12.30-13.00 Inloop met koffie en thee
13.00-13.10 Opening door dagvoorzitter
13.10-13.35 Het volkslichaam ten strijde Ralf Futselaar
13.35-14.00 Oorlog als voetnoot in de medische geschiedenis? Floor Haalboom
14.00-14.25 Militaire psychiatrie toen en thans Eric Vermetten
14.25-14.45 Pauze, koffie en thee
14.45-14.55 De historie van de Nederlandse militaire geneeskunde Ben Schoenmaker
14.55-15.20 “Laat je vallen vlug en plat, dan heeft de A-bom het minste vat” Tom Duurland
15.20-15.45 Militair met scalpel of arts in uniform? Leo van Bergen
15.45-16.00 Aanbieding van het boek: Pro Patria et Patienti. De Nederlandse militaire geneeskunde 1795-1950 (Vantilt/NIMH 2019)
16.00-17.00 Borrel aangeboden door het NIMH
Over het boek: In Pro Patria et Patienti beschrijft medisch historicus Leo van Bergen de ontwikkeling van de Nederlandse militaire geneeskunde gedurende anderhalve eeuw: vanaf de napoleontische tijd, via de Belgische Opstand en de twee wereldoorlogen tot en met de daaropvolgende dekolonisatieoorlog. Uiteraard is er aandacht voor de opleiding en positie van de militair-geneeskundigen evenals de al dan niet gesimuleerde ziekten en verwondingen van militairen, zoals venerische en psychische aandoeningen. Maar ook de stelselmatige bezuinigingen die het werk bemoeilijken krijgen de nodige aandacht. Een terugkerend thema bij dit alles is de vraag of een officier van gezondheid in conflictsituaties eerder handelt als militair of als arts. Is hij een militair met scalpel of een arts in uniform? Is hij meer pro patria of meer pro patienti?
Voor meer informatie over de sprekers en het symposium: https://rijksmuseumboerhaave.nl/te-zien-te-doen/symposium-militaire-geneeskunde/